Modemasker, een paar dagen geleden troffen we het woord voor het eerst aan op een Nederlands weblog:
Dat het modemasker een nieuw accessoire wordt is duidelijk. Ontwerpers leveren er zich creatief in uit en trendgevoelige zielen beginnen ze al te verzamelen.
In Nederlandse kranten bleek het nog niet voor te komen, maar in het marketingvakblad Adformatie had het woord op 12 mei al zijn entree gemaakt:
Modemaskers kunnen concurreren met sneakers.
Wat zo’n zinnetje in elk geval duidelijk maakt, is dat masker inmiddels ingeburgerd is als een verkorting van mondmasker of mond-neusmasker. Iets vergelijkbaars is er aan de hand met kapje. Had je een paar maanden geleden iemand gevraagd ‘Doe jij geen kapje op?’, dan zou niemand bij kapje aan een mondkapje hebben gedacht (maar bv. aan een regenkapje), maar inmiddels is mondkapje het eerste waar je aan denkt bij de verkorting kapje. Net als bij masker opent dat de weg tot nieuwe taalvormen als wasbare kapjes en wegwerpkapjes. Zelfs snuitje (een verkorting van de bouwvakkersterm stofsnuitje) zou wel eens ingeburgerd kunnen raken.
Terug naar modemasker. Het mondmasker dreigt dus een modeaccessoire te worden. Op internet zie je ze al in allerlei prints en met voorstellingen erop. Volgens deskundigen is zo’n masker nauwelijks effectief als je geen virusbesmetting wilt oplopen, het heeft een andere functie. Zoals iemand op Twitter schreef: het biedt sierveiligheid. Vooralsnog is dat de mooiste taalvorm op het masker- en kapjesgebied, al is modemasker strikt genomen, door de alliteratie, ook een heel geslaagd talig exemplaar.
Definitie
modemasker (het, -s) volgens een bepaald design van mooie stoffen gemaakt mond- of mond-neusmasker dat dient als modeaccessoire
Geef een reactie