In Trouw staat vandaag een ingezonden brief waarin een lezeres reageert op een artikel over bestrijdingsmiddelen die in schapen en rundermest is aangetroffen. De lezeres schrijft:
Wat is Trouw toch ‘brandnetelgroen’. Realiseeert men zich wel dat geen enkel voedingsgewas vanzelf groeit? Koren moet gezaaid worden en aardappelen gepoot. Tomaten, paprika’s en andere groenten gekweekt. Koeien, schapen en kippen moeten verzorgd en gehuisvest. Nederland is daarin ver gegaan en soms misschien doorgeschoten. Helaas moet je onkruid, ratten en vraatzuchtige insecten bestrijden. Anders nemen ze alles over. Het is goed om variëteit toe te juichen, maar wil men daar ook aan bijdragen door voor een goed product een goede prijs te betalen?
Brandnetelgroen komt incidenteel voor als bijvoeglijk naamwoord (‘groen als een brandnetel’) of – bij kruidenvrouwtjes? – als naam van het groene blad van brandnetels dat erg gezond zou zijn. Maar in de ingezonden brief wordt brandnetelgroen metaforisch gebruikt. Het tweede deel van de samenstelling verwijst naar groen in de betekenis milieuvriendelijk of ecologisch verantwoord. Het woord brandnetel verwijst daarbij naar de natuur die ongebreideld haar gang kan gaan als je er niet in ingrijpt.
In die betekenis is brandnetelgroen nieuw. Het is duidelijk een schertsend bedoeld woord, want brandnetels – daar is in wezen niemand dol op.
Definitie
brandnetelgroen (bijvoeglijk naamwoord) 1 donkergroen, zoals de kleur van brandnetelbladeren 2 (figuurlijk, schertsend) overdreven milieuvriendelijk, waarbij elk gebruik van gewasbescherming en onkruidbestrijding wordt afgewezen en geaccepteerd wordt dat dit leidt tot ondermaatse opbrengsten in de landbouw en veeteelt
Geef een reactie