Coronakaars

geplaatst in: Woord van de dag | 0

Mag je geld verdienen aan een pandemie?

Die gewetensvraag stelde de baas van kaarsenfabriek Boca uit Schijndel zich toen een pastoor zich bij hem meldde, aldus het Brabants Dagblad vandaag:

Bij Boca uit Schijndel verkochten ze al een hoop kaarsen van heiligen. Maar van de ‘heilige Corona’ hadden ze nog nooit gehoord. Tót een pastoor vroeg om een coronakaars.

De kaarsenfabriek besloot noveenkaarsen met de afbeelding van de Heilige Corona te gaan produceren: er was nu eenmaal vraag naar en je weet maar nooit: baat het niet, zo’n kaarsje branden, het schaadt ook niet.

Bovendien, de tot nu toe in onze contreien onbekende rooms-katholieke heilige, die in 160 in Antiochië geboren werd, is in verband met Corona wel een toepasselijke beschermheilige. Ze is de patrones tegen epidemieën. En zo zijn er nu coronakaarsen, zoals de kaarsenfabriek de naam spelt. Wijzelf zouden dit woord trouwens met een hoofdletter spellen, want met het eerste woorddeel wordt specifiek naar een (historische) persoon verwezen. In dit opzicht lijkt Coronakaars meer op Christusbeeld en Maria-altaar, waarbij de gedachte aan de (historische) persoon zich opdringt, dan op petrusvis of johannesbroodboom.

Een blik in de webshop van de kaarsenfabriek zal spellingtijgers overigens nog wel voor wat vragen stellen: Antoniuskaars, Bartholomeuskaars, Christofoorkaars en Mariakaars leveren weliswaar geen spellingproblemen op, maar hoe spel je de samenstelling van Heilig Hart met kaars? Heilig Hartkaars? 

Definitie

Coronakaars (de, -en) noveenkaars ter ere van en met een afbeelding van de Heilige Corona, genoemd naar de Heilige Corona (Antiochië, ca. 160-177), die een tot het christendom bekeerde Romeinse soldaat die gelegerd was in Syrië bij zijn marteling zou hebben getroost en vervolgens zelf de marteldood zou hebben moeten ondergaan

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *