‘Mug met virus groeit hard in poldermoeras’ kopt De Telegraaf vandaag. De gewraakte mug is bijvoorbeeld de gestreepte tijgermug, die dengue verspreidt, maar er zijn ook andere exotische muggen die zich goed thuisvoelen in onze moerasdelta aan de Noordzee. Zoals de mug die het westnijlvirus verspreidt, waar je lelijk dood aan kunt gaan.
Maar daar gaat het niet om. Het gaat om het woord poldermoeras. Dat is weliswaar niet helemaal nieuw, maar wel een relatief nieuw woord. In feite is een poldermoeras een moeras in de polder. Zo’n moeras is het (moedwillige) gevolg van de aanleg van natte natuurgebieden in ons land.
Als je daar even over nadenkt, is het fenomeen en daarmee ook het woord poldermoeras een tikje vreemd. Polders werden in het verleden aangelegd om gebieden die (een beetje) onder water staan, of die zo nu en dan onder water staan, droog te leggen. Sommige oude polders, zoals het Reyghersbosch, het Schieveen en het Bossche Broek, wáren dus moerassen en wérden polders. Poldermoerassen zijn in zekere zin het resultaat van ontpoldering, het proces waardoor drooggelegde gebieden weer nat worden. Dat maakt dat poldermoeras niet in alle gevallen gedefinieerd kan worden als ‘moeras in een polder’, maar soms en misschien wel altijd omschreven moet worden als ‘moeras dat het resultaat is van ontpoldering’.
Geef een reactie