Als iemand het tegenwoordig over een kapje heeft, bedoelt hij negen van de tien keer een mondkapje. Het is dus geen wonder dat er steeds meer samenstellingen ontstaan met kapje, zoals kapjesdrager. Het is in het verlengde daarvan niet bevreemdend dat De Volkskrant vandaag schrijft over de mondkapjesplicht op drukke plaatsen in de grote steden onder de kop:
Kapjesplicht Rotterdam: twijfel, tevredenheid, argwaan en verzet
Kapjesplicht kun je opvatten als een verkorting van mondkapjesplicht, maar omdat kapje voor veel taalgebruikers inmiddels synoniem is met mondkapje, kun je kapjesplicht ook opvatten als een samenstelling van kapje (in de betekenis mondkapje) en plicht. Die laatste interpretatie ligt misschien nog wel het meest voor de hand, te meer omdat er de laatste tijd wel meer samenstellingen met kapje verschijnen, uiteenlopend van onzinkapje tot kapjesweigeraar.
Definitie
kapjesplicht (de, g.mv.) plicht om in het openbaar vervoer, op drukke plaatsen en in sommige winkels een mondkapje te dragen ter voorkoming van infecties
Geef een reactie