Op de radio had een woordvoerder van het Wereldnatuurfonds het over natuur in Nederland die aan het herwilderen was of die herwilderd moest worden. Nieuwe natuur wordt dat dus, begrepen we onmiddellijk, nieuwe ‘wilde natuur’ zelfs.
Herwilderen betekent ‘opnieuw wild worden’ oftewel ‘opnieuw verwilderen’. Omdat de natuur tegenwoordig maakbaar is, wordt herwilderen ook overgankelijk gebruikt in de betekenis ‘opnieuw laten verwilderen’.
Herwilderen is een behoorlijk nieuw woord, dat op het eerste gezicht gevormd is op basis van het werkwoord verwilderen. Verwilderen is op zijn beurt een afleiding van wild met het voorvoegsel ver-, waarmee op basis van bijvoeglijke naamwoorden zoals wild werkwoorden kunnen worden gemaakt. Je kunt daar desgewenst her- voor zetten en een paar jaar geleden werd het opnieuw creëren van ‘wilde’ natuur dan ook weleens beschreven in termen van herverwilderen.
Herverwilderen is in principe welgevormd. Qua structuur lijkt het althans op bestaande woorden als herverkavelen, herverdelen en herverfransen. Herverwilderen is echter nooit gangbaar geworden. Misschien is het te lang, te weinig spannend, te gewoontjes.
Waarschijnlijk maakt herwilderen meer kans om courant te worden. Dat heeft ook te maken met de internationale allure van dit woord. Want lijkt herwilderen afgeleid te zijn van verwilderen, in feite is het dat niet. Herwilderen blijkt namelijk in het Nederlands terechtgekomen te zijn als een vertaling van het Engelse woord rewilder.
Geef een reactie