De PvdA gaat deze verkiezingen op de populistische toer: in het verkiezingsprogramma wordt gerept van een ’prins Bernhard-belasting’, bedoeld om huisjesmelkers aan te pakken. Vandaag schrijft De Telegraaf dat de naamgever van die belasting zacht gezegd not amused is met die term.
Dat is te begrijpen, want door een belasting noemen naar iemand die je ermee wilt treffen, speel je als partij in op onderbuikgevoelens van het volk. Als een splinterpartijtje zo’n tendentieuze naam bedenkt, zal niemand zich daar druk om maken. Maar dat uitgerekend een regentenpartij dat doet, is opmerkelijk.
Prinsbernhardbelasting herinnert aan het woord prinsbernhardtaks, dat ruim een jaar geleden even in de media figureerde, te meer omdat het ongeveer hetzelfde aanduidt.
In het verkiezingsprogramma van de PvdA wordt het woord met een spatie, een koppelteken en een hoofdletter van Bernhard gespeld. In die schrijfwijze is het net alsof de belasting alleen bedoeld wordt voor de prins. Omdat het om een generieke belasting gaat, voor alle pandjesbazen dus, is het woord een eponiem dat vergelijkbaar is met bijvoorbeeld prinsalbertpiercing of prinsalfredhert en zou het zonder spaties of koppeltekens en met allemaal kleine letters gespeld moeten worden.
Definitie
prinsbernhardbelasting (de, -en) (in Nederland) speciale belasting op inkomsten uit particuliere beleggingen in (huur)woningen, bedoeld om huisjesmelkers en woningspeculanten met meer dan vijf vrij verhuurde woningen fiscaal uit te kleden, genoemd naar Bernhard Lucas Emmanuel van Oranje-Nassau, Van Vollenhoven (1969), een nazaat van koningin Juliana, die als vastgoedbelegger model staat voor een aantal grote particuliere woningexploitanten in met name Amsterdam
Geef een reactie