Onder de kop ‘Vaccinatievoordringers’ publiceert Trouw vandaag een ingezonden brief:
In de uitstekende analyse van Johan van Heerde (de Verdieping, 9 januari) wordt nog eens duidelijk gesteld dat de vaccinatie bij de ouderen en kwetsbaren moet beginnen. Dat zegt de Gezondheidsraad en wordt beaamd door deskundigen als Marion Koopmans en Christian Hoebe. Ik kijk met onbegrip naar ziekenhuisdirecteuren, onderwijsmanagers en andere vitale beroepsvertegenwoordigers die voorrang opeisen.
Vaccinatievoordringer is typisch zo’n ‘woord dat je wist dat zou komen’: het verwijst naar een menselijke, al te menselijke zwakheid, naar een maatschappelijk verschijnsel waar verontwaardiging over kan ontstaan. Bovendien rijmt het woord ook nog eens mooi dankzij die allitererende v’s in vaccinatie en voordringer.
Het woord maakt vandaag zijn mediadebuut. Waarschijnlijk is het bedacht door de lezersredactie van Trouw. Of het woord beklijft, moeten we afwachten.
Definitie
vaccinatievoordringer (m, -s) iemand die volgens het vaccinatieschema nog niet ingeënt zou moeten worden, maar misbruik maakt van zijn positie en zich voor zijn beurt te laten vaccineren
Geef een reactie