Trouw schrijft vandaag over Spaanse toestanden:
België kan drie separatistische Catalaanse Europarlementariërs voorlopig niet uitleveren aan Spanje. Het Europees Parlement hief in maart hun onschendbaarheid op en bemogelijkte zo hun overdracht aan Spanje waar de Catalanen, onder wie de voormalige Catalaanse minister-president Carles Puigdemont, de cel wacht.
Het werkwoord bemogelijken in deze passage is opmerkelijk. Niet dat het woord nog nooit eerder is aangetroffen, maar in de krantendatabase van de afgelopen drie decennia is het niet te vinden. Het is net als bemoeilijken gevormd door het voorvoegsel be– voor en het werkwoorden vormende achtervoegsel –en achter een bijvoeglijk naamwoord (mogelijk) te zetten.
In deze context speelt wellicht mee dat het bericht geschreven is door een correspondent in Spanje, die in het Spaans gewend is aan een werkwoordelijke pendant van mogelijk maken, namelijk posibilitar. Vertaalwoordenboeken vertalen dat weliswaar als de woordgroep ‘mogelijk maken’, maar doordat er in het Spaans één enkel woord voor dit concept bestaat, kan de auteur in de verleiding zijn gebracht om ook in het Nederlands een enkelwoordige vertaling te zoeken.
Bemogelijken is dan een welgevormd resultaat.
Definitie
bemogelijken (overgankelijk ww., bemogelijkte, heeft bemogelijkt) mogelijk maken
Geef een reactie