Zullen linkse partijen in Nederland ooit nog een regering vormen? Het kan haast niet anders, suggereert Sheila Sitalsing vandaag in haar column in de Volkskrant, althans gelet op het veelvuldige gemopper op de huidige liberaal-christelijke coalitie:
Meestal gaat het zo: iemand kermt ‘hoe het in godsnaam kan dat Mark Rutte altijd wint’, iemand anders schudt ‘onbegrijpelijk’, een derde vult het klaagkoor aan met huizennood, flexuitbuiting, de fraudejagers van de belastingen en iets met Schiphol. Waarop de hele tafel begint te jammeren.
Uiteindelijk blijkt het met die kansen voor een toekomstige linkse coalitie nogal tegen te vallen, maar daar gaat het nu niet om. Het gaat om het woord flexuitbuiting, dat in de aangehaalde passage zijn mediadebuut maakt. Opmerkelijk, want er wordt al jaren geklaagd over de uitbuiting van flexwerkers. Niettemin is het woord nieuw. En kansrijk, want met het uitbuiten van flexwerkers zal het voorlopig vast niet beter worden, zelfs niet als er onverhoopt wel een links kabinet komt.
Definitie
flexuitbuiting (de, g.mv.) uitbuiting van flexwerkers die lage uurtarieven ontvangen en beroerde secundaire arbeidsvoorwaarden hebben
Geef een reactie