Gisteren zoemde het woord al rond, maar vandaag staat het ook in de ochtendedities van de meeste kranten: inflatiereparatie. Het woord maakte dit weekend zijn opwachting in de media dankzij berichten dat de NS en de vakbonden overeenstemming hadden bereikt over de salarissen van de werknemers. Daarmee zijn meteen ook de spoorwegstakingen van de baan.
Inflatiereparatie is weliswaar een nieuw woord, maar het klinkt meteen vertrouwd. Dat komt doordat het ogenschijnlijk gemodelleerd is naar een begrip uit hetzelfde woordveld dat we al sinds het einde van de jaren tachtigkinnen: koopkrachtreparatie. Daarmee wordt het herstel van koopkracht bedoeld in een wereld die beheerst wordt door inflatie.
Inflatiereparatie is in feite hetzelfde als koopkrachtreparatie, met dit verschil dat het eerste deel van deze samenstelling niet noemt wat hersteld wordt (de koopkracht), maar noem wat de oorzaak is van de teloorgang van die koopkracht, namelijk de inflatie.
Dat is interessant, want het schept ongekende mogelijkheden voor nieuw te bedenken samenstellingen: loon-prijsspiraalreparatie, stagflatiereparatie, gasflatiereparatie, zelfs – maar dat betekent inkomensdaling voor werknemers – deflatiereparatie.
Inflatiereparatie zou je ook kunnen opvatten als koopkrachtreparatie door middel van inflatiecorrectie.
Inflatiereparatie is in economisch opzicht misschien wel een overbodig woord omdat het niets anders benoemt dan koopkrachtreparatie, maar het is om verschillende redenen toch interessant: de bonden en de NS vinden het kennelijk nodig het codewoord van deze tijd – inflatie – expliciet te benoemen, zodat de werknemers snappen waar de loonstijging vandaan komt; daarnaast klinkt het woord ook wel goed door zijn innerlijke rijm.
Definitie
inflatiereparatie (de, -s) herstel van de als gevolg van inflatie afgenomen koopkracht van werknemers
Geef een reactie