Vorige week was Nibud-directeur Arjan Vliegenthart te gast in de Tweede Kamer, waar hij mocht spreken over de gevolgen van de inflatie voor de gewone man. Dat ‘we samen een stukje armer zullen worden’, zoals Sigrid Kaag een tijdje geleden zei, vertaalt zich voor velen in ‘minder verandert in niet’ aldus commentator Ton van der Laan vandaag in de Leeuwarder Courant: ‘Niet meer warm douchen, zonder eten naar school, geen sportlessen meer.’ Dat meldde Vliegenthart volgens hem vorige week ook aan de Kamercommissie:
De crises die zich de afgelopen maanden opstapelden raken de lage inkomens onevenredig hard. Arjan Vliegenthart, directeur van het Nibud, noemde het deze week in de Tweede Kamer een ,,rondkomcrisis” en ,,als we niet opletten wordt het een schuldencrisis”.
Rondkomcrisis is een nieuw woord, dat vorige week ook al even circuleerde in de reformatorische pers. Het is wel een opvallende benaming voor de huidige sociaal-economische crisis, die niet zozeer een economische crisis als wel een sociale crisis dreigt te worden. Rondkomcrisis is evenwel op een ongebruikelijke wijze gevormd, namelijk met de stam van het werkwoord rondkomen (‘de eindjes aan elkaar knopen’). Of het woord beklijft, is een lexicografische vraag die voor veel burgers minder relevant zal zijn dan de vraag of ze de volgende maand nog wel kunnen rondkomen.
Defintie
rondkomcrisis (de, -sen) crisis onder de bevolking waarvan een fors deel als gevolg van de stijgende voedsel- en energieprijzen nu of in de nabije toekomst nauwelijks meer kan rondkomen
Geef een reactie