Dankzij schrijver Gerard Reve kennen we het fenomeen van de natuurkatholiek. Iemand die zich weliswaar niet door de sacramenten (doop en vormsel) als rooms-katholiek identificeert, maar door aard en inborst toch als katholiek kan worden getypeerd. Zo schrijft Reve in zijn roman Bezorgde ouders over ‘Eenhoorn’, die weliswaar ‘niet helemaal een jonge blanke blonde katholieke politie’ was, ‘maar ook niet meer echt ertegen, een natuurkatholiek dus’.
Van geheel andere orde is een samenstelling met katholiek die vandaag zijn intrede in onze taal doet in een artikel in Trouw. Die krant schrijft over mensen die in de coronatijd zich bekeerd hebben tot het katholicisme en nu daarom getypeerd kunnen worden als coronakatholieken.
In coronakatholiek noemt corona de aanleiding of gelegenheid voor de bekering tot het katholicisme. Dat is een uniek bekentenispatroon. Griepkatholieken, ramp- of catastrofekatholieken en aidskatholieken – woorden die op vergelijkbare wijze gevormd zijn – zijn althans nooit eerder aangetroffen.
Definitie
coronakatholiek (de. -en) iemand die zich in en door de coronatijd bekeerd heeft tot het rooms-katholicisme
Geef een reactie