deoliberalisme

geplaatst in: Woord van de dag | 0

In een opiniestuk in Trouw wordt vandaag gepleit voor een menswaardiger economie, die ‘een belangrijke aanjager van welvaart’ blijft, ‘maar met meer oog voor het welzijn van kwetsbare bevolkingsgroepen’. De auteurs schrijven:

Dit midden bepleit de overgang van neoliberalisme naar wat wij aanduiden als deoliberalisme. Dat is een liberale economische ordening, maar met een medemenselijke morele grondtoon. Begrippen als respect, menselijke waardigheid, meedoen in de samenleving, luisteren naar de verdrukten en een appèl op de ‘diepe zakken’ staan hierin centraal.

Deoliberalisme – dat woord stond al eens -als woordspeling – op Twitter ter aanduiding van het neoliberalisme dat z’n langste tijd gehad heeft en al in ontbinding is, maar met oppervlakkige hulpmiddelen (deo) nog enigszins te harden blijft. Dat is niet hoe we het deoliberalisme dat vandaag in Trouw staat, moeten opvatten. Maar hoe dan wel? De argeloze lezer denkt misschien aan religieus neoliberalisme, want deoliberalisme zou je in theorie kunnen opvatten als een woordspeling van Deo (God) en neoliberalisme. Maar ook op die manier valt het deoliberalisme dat vandaag in Trouw wordt gepropageerd, niet te analyseren en te begrijpen.

Zou deoliberalisme dan een samentrekking zijn van ‘deontologisch neoliberalisme’: een vorm van neoliberalisme die beïnvloed is door de plichtenleer of de beroepsethiek? Dan zou deoliberalisme te interpreteren zijn als ‘ethisch neoliberalisme’.

Het komt niet vaak voor, maar het blijft onduidelijk hoe deoliberalisme moet worden geanalyseerd.

Definitie

deoloberalisme (het. g.mv.) ethisch neoliberalisme

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *