Empathie – inlevingsvermogen – is een deugd, maar mensen die zich zo vereenzelvigen met een andere persoon die lijdt, kunnen soms in een toestand geraken dat ze zelf niet goed meer kunnen functioneren. Die hebben dus te veel empathie. In De Telegraaf van vandaag gaat de rubriek van Jeffrey Wijnberg over dat fenomeen, dat hij empathitis noemt. Hij gebruikt dat woord, nog niet eerder in een krant aangetroffen, onder meer in verband met ouders die zich de ellende van hun kind erg aantrekken. Toch kun je je niet aan de indruk onttrekken dat de actualiteit in het Midden-Oosten ook een rol heeft gespeeld bij Wijnbergs onderwerpskeuze.
Empathitis is gevormd met het achtervoegsel –itis, dat in woorden als appendicitis en parodonitis verwijst naar een fysiek ongemak, namelijk een ontsteking. Dat achtervoegsel wordt ook weleens gebruikt voor andere nieuwvormingen, zoals vergaderitis en aanstelleritis, maar dat zijn eerder woorden voor een dwaasheid dan voor een aandoening. Empathtis benoemt wel een aandoening, zei het een mentale. Het woord blijkt ook in het Engels voor te komen, dus het zal wel verwijzen naar een fenomeen dat binnen de psychologie algemeen bekend is.
Definitie
empathitis (de, g.mv.) fenomeen dat mensen zoveel invoelingsvermogen hebben met mensen die lijden dat ze er zelf slecht van gaan functioneren
Geef een reactie