schaamtegang

geplaatst in: Woord van de dag | 0

Het Nederlands neemt veel woorden en uitdrukkingen klakkeloos over uit het Engels. Een goed voorbeeld daarvan is de Engelse term walk of shame, waarmee oorspronkelijk wordt gedoeld op de tocht naar huis van een vrouw in haar avondkleding op de ochtend nadat ze een ongeplande onenightstand heeft gehad.

Sinds pakweg 2000 wordt walk of shame gebruikt voor een schaamtevolle aftocht, of een schaamtevolle tocht langs een aantal partijen aan wie je je excuses moet aanbieden.

Afgelopen week schreven de media over een geheim project van het kabinet dat als doel heeft grote bedrijven zoals ASML voor Nederland te behouden. Telegraaf-columnist Marcel Peereboom Voller schreef daarover en refereerde ook aan bezoekjes die ministers aan grote bedrijven hebben gebracht om die gunstig te stemmen. Hij noemde dat een schaamtegang.

Eerder gebruikte hij schaamtegang als synoniem van walk of shame in de eigenlijke betekenis schaamtevolle aftocht, maar in De Telegraaf verwijst het eerder naar een schuldbewuste actie: als gênant ervaren toestand waarin de overheid zichzelf gemanoeuvreerd heeft en waaruit ze zich nu maar moet zien te redden.

Schaamtegang is alleen al een mooi woord omdat het potentie heeft om walk of shame te vervangen.

Definitie

schaamtegang (de, -en) toestand van iemand die zichzelf voor het oog van de wereld in een ongemakkelijke toestand heeft gemanoeuvreerd en zich daar op enigszins gênante wijze uit moet zien te redden

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *