In de Volkskrant staat vandaag een stuk over de dalende geboortecijfers. De auteur van het stuk identificeert zichzelf ook als iemand die geen kinderen krijgt en dus de laatste is in haar bloedlijn:
Ik ben een zogenoemde laatstelijner, er komt niemand na mij. Ik behoor tot een groeiende populatie: overal in de (westerse) wereld moonwalkt het geboortecijfer langzaam achteruit en krijgen mensen steeds vaker geen kinderen.
Het woord ‘zogenoemde’ in dit citaat suggereert dat laatstelijner, dat in deze passage zijn mediadebuut maakt, al langer bekend is, of mogelijk een vertaling is van een vreemdtalige term.
Laatstelijner blijkt op internet inderdaad al wat langer voor te komen. In elk geval figureerde de taalvorm, met een spatie tussen de samenstellende delen, in een boek van een zekere Anneke Wittermans dat vorig jaar is verschenen: Ode aan de laatste van de vrouwenlijn. Daarin heeft de auteur het steevast over ‘laatste lijders’.
Laatstelijner is een zogeheten samenstellende afleiding op basis van laatste lijn, waarin lijn staat voor familielijn, of in het bijzonder vrouwenlijn. Hoewel het woord vooralsnog voor vrouwen wordt gebruikt die hun familielijn bewust (en blij) kinderloos afsluiten, leent laatstelijner zich goed voor een bredere betekenis, namelijk persoon die de laatste is in zijn of haar familielijn.
Definitie
laatstelijner (de, -s) persoon, m.n. vrouw, die de laatste is in zijn of haar familielijn
Geef een reactie