‘Elke tijd krijgt de profeet die hij verdient’, het zou zomaar een spreekwoord kunnen zijn, en de profeet van onze tijd heet Arnold Karskens. Karskens – onderzoeksjournalist, oorlogsverslaggever en niet in de laatste plaats ook actiejournalist – blijkt vandaag in NRC Next namelijk ook te doen aan voorspellingen – de kernactiviteit van profeten.
Hij voorspelt het uitbreken van een revolutie in Europa: ‘In mei breekt hier de revolutie uit’. Die boude uitspraak blijkt bij nader inzien voor rekening van de NRC-koppenmaker te komen, want Karskens zelf is in zijn artikel wat minder stellig over het moment waarop de vlam in het kruitvat vliegt: ‘De Europese geschiedenis leert dat opstanden vooral beginnen wanneer de weersomstandigheden dat toelaten. Zelf schat ik mei 2016.’
Het is een speculatief maar daarom niet minder boeiend artikel, precies op het juiste moment (denk aan de onrust naar aanleiding van de massa-aanrandingen in Duitsland), maar ons gaat het eigenlijk alleen maar om de naam die Karksens de aanstaande revolutie meegeeft: Europese lente.
Toegegeven, tegen de achtergrond van de term Arabische lente is Europese lente niet heel verrassend, zeker niet als die midden in de klimatologische lente uitbreekt, maar lexicografisch kan het wel een interessant begrip worden. Mits die Europese lente daadwerkelijk uitbreekt. Wat niet te hopen is, omdat zo’n opstand waarschijnlijk een hoop ellende tot gevolg zal hebben.
De hamvraag is: sinds wanneer worden revoluties met de metafoor lente aangeduid? Toen de Arabische lente uitbrak, wisten sommige media te melden dat deze metafoor gebaseerd was op de metafoor Praagse lente (de opstand in Tsjecho-Slowakije in 1968).
Maar de Praagse lente was niet de eerste revolutie die lente werd genoemd. De moeder aller revolutionaire lentes is namelijk de Lente der volkeren uit 1848. Niet dat die term in 1848 al terug te vinden is in Nederlandstalige kranten of literatuur, maar vanaf 1855 (misschien kent een historicus trouwens wel een eerdere vindplaats) duikt deze term nu en dan op in onze taal, als vertaling van le printemps des peuples.
In het Nederlands is de term Lente der volkeren bij het grote publiek nooit erg bekend geworden, maar de Franse en de Engelse (Springtime of the Peoples) pendanten worden wel geregeld gebruikt ter aanduiding van een hele rits opstandjes en revoluties die in 1848 overal in Europa uitbraken: de namen Februarirevolutie en Junioproer (beide in Frankrijk) zijn nog steeds in de Dikke Van Dale te vinden, net als Maartrevolutie (de revolutie die in maart 1848 na de Februarirevolutie in Parijs uitbrak in de Donaumonarchie en in Duitsland).
Maar ook in Nederland en België heerste in 1848 de geest der revolutie. In Brussel en Gent waren opstootjes, waarna Karl Marx, die in 1845 in Brussel was gaan wonen en daar Het communistisch manifest schreef, het land uitgezet werd. Ter geruststelling: in Nederland bleef het in 1848 rustig, want 0031 was volgens Wikipedia ‘in 1848 relatief te onontwikkeld om een revolutie mogelijk te maken’.
Toegift: in het begin van dit artikeltje opperden we dat ‘elke tijd krijgt zijn eigen profeet’ qua structuur oogt als een spreekwoord. Inderdaad vind je hier en daar wijsheden als ‘elke tijd krijgt de … die hij verdient’ of’elke tijd krijgt zijn eigen …’, bijvoorbeeld ‘elke tijd krijgt de god die hij verdient’. Pikant is dat wanneer ‘elke tijd krijgt zijn eigen profeet’ ooit écht een spreekwoord wordt, in dit spreekwoord de echo van een Koranvers weerklinkt. Soera 13, aya 7 zegt immers (vrij vertaald):’Elke tijd en elk volk krijgt zijn eigen profeet.’
Geef een reactie