Het zal nog wel even duren voor het Verenigd Koninkrijk écht uit de EU vertrokken is. Zolang dat niet het geval is, is de Brexit nog geen geschiedenis en zullen er vermoedelijk nog geregeld nieuwe woorden ontstaan en ingeburgerd raken die verband houden met het Britse EU-vertrek. Zoals brexitschade.
Vlak voor het referendum ontstond dat woord als naam voor de economisch schade ten gevolge van de onzekerheid die was ontstaan door het organiseren van het referendum over het Britse EU-lidmaatschap.
Inmiddels kennen we de uitslag van het referendum en heeft brexitschade een andere betekenis gekregen: (economische) schade die het gevolg is het gevolg is van het (ophanden zijnde) vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU.
Zo snel kan het gaan: betekenisverandering.
Brexitschade zal voorlopig wel een blijvertje zijn in de media. Gisteren dook het woord bijvoorbeeld op in de berichtgeving over de Italiaanse banken: die zuchten onder dalende beurskoersen die het gevolg zijn van de uitkomst van het EU-referendum in Groot-Brittannië. En onder het risico van besmetting. Want na de brexit gist en borrelt het overal in de EU, ook in Italië: je zou dit aspect van de brexitschade kunnen definiëren als: schade als gevolg van de precedentwerking van de brexit. Daarom heeft het woord brexitschade niet alleen een economische, maar ook een politieke component.
Kortom, als we brexitschade summier willen definiëren, kunnen we stellen dat het woord ‘schade als gevolg van de brexit’ betekent. Zo’n definitie is echter nauwelijks informatief. Het is dan ook een woord dat een meer specifieke definitie vereist. Maar wat de precieze strekking van het woord is, en of het vooral een politieke, een economische of een sociaaleconomische term is, zullen we pas over enige jaren weten.
Geef een reactie