De Telegraaf schrijft vandaag over Zaanse jongeren die niet alleen overlast veroorzaken, maar daar ook geld mee verdienen door middel van treitervlogs. Enige jongeren maken bijvoorbeeld de politie het leven zuur, terwijl een vlogger daar een video-opname (een zogeheten videolog oftewel een vlog) van maakt. Dat filmpje wordt vervolgens op het internet gezet, waar het talloze, lees honderdduizenden keren wordt bekeken. De reclame-inkomsten van de treitervlogger bedragen naar schatting duizenden euro’s. Daar komt binnenkort vast nog wat bij, want gisteren kregen de ‘spelers’ in de treitervlogs een podium bij Jeroen Pauw, waar ze mochten komen uitleggen wat hen drijft. Daar zullen we het verder maar niet over hebben.
Waar we het wel over willen hebben, is het woord treitervlog zelf, dat dankzij De Telegraaf vandaag in onze taal debuteert. Het woord is om verschillende redenen interessant. In de eerste plaats omdat het type filmpjes dat nu als treitervlogs wordt getypeerd, al wel wat langer bestond, terwijl er nog geen naam voor was. In de tweede plaats omdat vlog (in tegenstelling tot bijvoorbeeld blog) tot nu toe niet zo productief is als tweede deel van samenstellingen. Modevlog, nieuwsvlog, buurtvlog – dan heb je het zo ongeveer wel gehad. En tot nu was er al helemaal geen samenstelling met vlog op basis van een werkwoord, zoals treitervlog wél is.
Het woord treitervlog heeft ook een fijn ritme en het is bovendien een transparant woord, een woord waarvan de betekenis dus vrijwel meteen duidelijk is. Zodra je het ziet, snap je dat het om vlogs gaat waarin anderen het leven zuur gemaakt worden ofwel om vlogs die bedoeld zijn om anderen het leven zuur te maken. Omdat treitervlog ook nog eens een ‘genre’ in opkomst aanduidt, zou het woord dus zomaar een begrip kunnen worden.
Geef een reactie