De menselijke anatomie kent voeten, benen en billen, maar geen hurken. Hurken zijn geen lichaamsdelen, maar je kunt er wel op zitten. Hoe kan dat?
Eerst even de feiten: hurken (soms worden ze hukken genoemd) is een zelfstandig naamwoord dat alléén in het meervoud voorkomt. Op één hurk kun je blijkbaar niet zitten.
Het zelfstandig naamwoord hurken wordt al sinds het begin van de 17e eeuw aangetroffen: ‘sacken op sijn hurcken’ bijvoorbeeld wordt in een oud woordenboek verklaard als … hurken. Het werkwoord hurken is namelijk al wat ouder en het heeft er alle schijn van dat het zelfstandig naamwoord hurken zoals in op je hurken zitten gebaseerd is op het gelijknamige werkwoord. Al in de 15e eeuw konden mensen hurken, wat zoveel betekende als: met gebogen knieën neerzitten. Die betekenis heeft zowel hurken als op zijn hurken zitten nog steeds.
Het werkwoord hurken is afgeleid van een oudere variant hukken, die via via verwant is met ons woord hoek. Hurken betekent dus letterlijk met de benen een hoek vormen. Daarmee is hurken het tegenovergestelde van rechtop staan.
Het Nederlands is niet de enige taal waarin je op je hurken kan zitten. Ook in het Zweeds is dat mogelijk. In die taal komt de uitdrukking sitta på hurken (nu meestal: sitta på huk) voor in betekenis ‘op je hurken zitten’.
eeyoresmum
In het engels: ‘sitting on your haunches’.
Haunches zijn:
1. the hip, buttock, and upper thigh in humans and certain other animals;
2. the loin and leg of a four-footed animal, especially as used for food: a haunch of venison
Herman de Visser
Je kunt dus hoogsten “gehurkt” zitten, of gaan “hurken”. Op je “hurken” zitten is dus niet mogelijk!