Mensen hebben blauw bloed als ze van adel zijn, maar behalve met rood wordt bloed niet met andere kleurnamen gecombineerd. Je zegt bijvoorbeeld niet dat mensen groen bloed hebben als ze milieubewust zijn. Het is daarentegen wel eigentijds om te zeggen dat iemand groene genen heeft. Die uitdrukking – groene genen hebben – heeft zelfs een dubbele betekenis. Enerzijds is groene genen hebben een synoniem voor groene vingers hebben, dat wil zeggen graag en succesvol tuinieren. Anderzijds betekent groene genen hebben ‘veel voor het milieu overhebben’.
Het is een aardige metafoor, die de laatste tijd concurrentie krijgt van groen DNA hebben. Wie groen DNA heeft, heeft het goed voor met het milieu. Groen DNA hebben betekent dus hetzelfde als groene genen hebben. Het is bepaald niet een obscure uitdrukking, groen DNA is zelfs tot op ministerieel niveau bekend. Zo zei VROM-minister Cramer eerder dit jaar op een congres: ‘Een project als … kan niet van de grond komen zonder de tomeloze inzet van mensen die hun nek uitsteken, mensen die het woord opgeven niet in hun woordenboek hebben staan, mensen met een groen DNA.’ Dat geeft meteen aan dat de uitdrukking ingeburgerd is en eigenlijk rijp voor het woordenboek.
Geef een reactie