Sinds de overheid heeft aangekondigd het woord allochtoon te willen afschaffen, zijn we een beetje onthand. Hoe moeten we de voormalige allochtonen voortaan noemen? ‘Mensen met een migratieachtergrond’, zoals de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid voorstelt, is te omslachtig. Dat vindt zelfs de Volkskrant, waarin Martin Sommer afgelopen zaterdag een mooi artikel mocht schrijven over politieke correctheid, dat hij met een metafoor ‘definieert’ als ‘aanhoudend op kousenvoeten lopen’. Een land waar men alleen nog maar politiek correct mag zijn omschrijft Sommer voorts met een fraai citaat van Robert Hughes als ‘een soort linguïstisch Lourdes, kwaad en ellende worden verdreven door onderdompeling in het wijwater van het eufemisme’.
Eigenlijk, zo redeneert Sommer, zijn policoristen bange mensen: ‘Iemand mocht eens denken dat je zou willen kwetsen.’ Wie per ongeluk of half expres toch een politiek incorrecte uitspraak heeft gedaan, haast zich dan ook – om sociale uitsluiting of een pensioenloze oude dag te voorkomen – om diep door het stof te gaan: ‘Giel Beelen kan erover meepraten: hij moest bij DWDD aan maoïstische zelfkritiek doen om het vege lijf te redden.’
Die angst is echter een slechte raadgever, aldus Sommer: ‘Je moet opschrijven wat je ziet. Als er geen woord is dat de werkelijkheid adequaat beschrijft, kun je veilig voorspellen wat er gebeurt. Dan gaat de terminologie ondergronds. Zo hebben we inmiddels het geestige lichtgetintiërs; zo direct krijgen we migratie-achtergrondiërs.’
Lichtgetintiër kennen we al wat langer van onder meer weblog GeenStijl. Migratieachtergrondiër, dat nu in de Volkskrant zijn debuut maakt, is naar analogie daarvan gevormd, met een vrij nieuw achtervoegsel dat een bijzondere betekenis en een heel specifiek toepassingsdomein heeft: –iër.
Dit achtervoegsel is eigenlijk vrij nieuw. Het is gebaseerd op het conventionele achtervoegsel -(e)r, waarmee van oudsher persoonsnamen worden gevormd op basis van geografische namen van exotische, vooral in het Nabije Oosten gelegen islamitische landen, zoals Abchazië, Armenië, Jordanië, Libië, Syrië, namelijk Abchaziër, Armeniër, Jordaniër, Libiër, Syriër.
Uit die geografische namen hebben de (soms fenomenale) taalmakers van weblog GeenStijl vrij recentelijk het achtervoegsel –iër geabstraheerd, waarmee ze vervolgens naar believen persoonsnamen zijn gaan vormen, variërend van Allochtoniër en asieliër tot dubbelpaspoortiër, medelandiër en woestijniër. Kenmerk van deze woorden op -iër is dat ze stuk voor stuk verwijzen naar mensen die van elders komen. Niet gewoon van elders, maar uit exotische gebieden à la Abchazië, Libië, Syrië, dat wil zeggen niet-westerse, vooral Arabische gebieden waar de islam beleden wordt.
Voor wie deze ‘code’ kent, is migratieachtergrondiër in één klap te begrijpen als een schertsende benaming voor een niet-westerse allochtoon met een islamitische achtergrond. Een woestijngeloviër zouden we in de trant van deze code kunnen zeggen, als het woord woestijngelovige al niet had bestaan.
Mantequilla
Ik snap niet waarom politiek correct zo’n negatieve lading heeft gekregen. Wat is er toch mis met respect voor je medemens? Bewaar gewoon die onbeschofte opmerkingen en ‘grapjes’ voor je vriendengroep in de kroeg, net zoals we dat vroeger deden voordat het internet bestond.