grootpleger

geplaatst in: Woord van de dag | 2

Wetenschapsfilosoof Ton Derksen, bij het grote publiek bekend door zijn reconstructie van de gerechtelijke dwalingen waardoor Lucia de B ten onrechte vastzat, heeft onlangs een nieuw boek geschreven. NRC schrijft vandaag dat Derksen veronderstelt dat er in Nederland veel justitiële dwalingen voorkomen en dus ook veel ‘foute veroordelingen’ zijn: ‘Bij “grootplegers” (moord, verkrachting) ligt dat tussen 7 en 15 procent. Onder levenslang gestraften is het foutpercentage minimaal 11,4.’

Grootpleger is geen gewoon woord. Op internet treffen we het slechts één keer aan in een forumdiscussie (‘Irak is een grootpleger geweest van aanslagen waar de Palestijnen van werden verdacht’). Derksen gebruikt het in een andere, specifieke betekenis: pleger van een ernstig misdrijf oftewel een zware misdaad.

Hoe komt hij op dit woord?

Misschien is grootpleger ontstaan onder invloed van de Amerikaans-Engelse term major crime. Vooral dankzij Amerikaanse tv-series is major crime in onze taal de laatste jaren bekend geworden als synoniem van felony: een (zware) misdaad of een ernstig misdrijf. Major heeft in het Engels verschillende betekenissen, zoals ernstig maar ook groot. Het vereist dan ook niet heel veel fantasie om major crime te vertalen als grote misdaad.

Grote misdaad is weliswaar geen juridisch begrip, maar als je deze term accepteert als naam voor ernstige misdrijven, zoals moord en verkrachting, dan is de stap van grote misdaad via pleger van een grote misdaad naar grootpleger niet zo heel groot. Wat hierbij helpt, is dat kleinpleger óók weleens wordt gebruikt ter aanduiding van plegers van minder ernstige misdrijven, zoals kruimeldiefstallen. (Waarom zouden we zulke kleine krabbelaars eigenlijk geen kruimelplegers noemen?)

Misschien lezen we in het boek van Derksen, dat pas morgen uitkomt, hoe wat betreft het woord grootpleger de vork nu echt in de steel zit. NRC verklaart vandaag wel alvast een paar termen die hoe dan ook interessant zijn in verband met de veroordeling van onschuldigen.

confirmatievooroordeel: de natuurlijke neiging om nieuwe informatie vooral te geloven als die past bij al bestaande opvattingen, bijvoorbeeld over schuld.

daderkennislekkage: tijdens politieverhoren detailkennis over het delict bespreken met de verdachte die het dan ongewild navertelt, waarna het als eigen kennis in het proces-verbaal komt.

primacyeffect: de volgorde waarin de rechter wordt geïnformeerd – eerst het dossier dan de officier – leidt ertoe dat belastend bewijsmateriaal serieuzer wordt genomen.

schuldvooroordeel, verhoogt de verleiding van passend bewijsmateriaal en kweekt onbegrip voor alternatieve scenario’s.

 

2 reacties

    • Ton den Boon

      Zeker! En aan medepleger, veelpleger, seriepleger, zedenpleger, want ‘pleger’ is de laatste tijd populair als tweede deel van samenstellingen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *