Op de ‘Wat u zegt’-pagina van de Telegraaf lezen we dagelijks wat er leeft in de ‘onderbuik’ van de samenleving. De gewone man (m/v) schrijft daar wat hij van de belastingdruk vindt, van de maximumsnelheid op de snelweg, van de heren en dames politici. Én van de taal.
Vandaag figureert op die Telegraaf-pagina de naam Van Dale. Een lezer heeft namelijk een suggestie voor de Dikke Van Dale (‘Hierbij een aanvulling voor de Dikke Van Dale en wel het woord vuiltoeteren’). En waar ga je naartoe met zo’n suggestie? Juist, niet naar de redactie van dat woordenboek, waar je tot aanstaande dinsdag je nominaties voor de Woord van het Jaar-verkiezing kan droppen. Nee, daarmee ga je naar de krant. Nou, die krant leest de woordenboekredactie net zo goed, dus het woord is gezien, het is niet onopgemerkt gebleven.
Zo kan vuiltoeteren vandaag dus toch nog het Woord van de Dag worden. De Telegraaf-lezer geeft er zelf context bij: ‘Nota bene onze eigen minister-president Mark Rutte heeft de aftrap verricht voor de start van het moddergevecht à la Trump en Clinton. Als reactie hierop zal het toch niet zo zijn dat onze meest correcte politicus, D66-leider Pechtold, zich ook gaat verlagen tot vuiltoeteren? De kans is groot, want politici worden ingefluisterd door adviseurs. Daar partijprogramma’s naar mijn mening een ondergeschikte rol gaan spelen, kun je ook stemmen op de politicus die zich nog enigszins correct in het moddergevecht profileert.’
Vuiltoeteren lijkt een spiksplinternieuw woord, althans in de media. Noch in de mainstreammedia (kranten e.d.), noch in de sociale media is het woord vóór vandaag immers aangetroffen. Waarschijnlijk is het in de spreektaal en/of in de thuistaal van de schrijver echter wel gewoon. Zo’n woord komt namelijk doorgaans niet zomaar uit de lucht vallen, zeker niet als het in een ingezonden brief opduikt.
Mogelijk is vuiltoeteren ontstaan door combinatie – en/of als contaminatie – van de courante woorden vuilspuiten (lasteren) en roeptoeteren (luidkeels en ongenuanceerd zijn mening verkondigen over iets). De betekenis van vuiltoeteren zal ook wel een combinatie zijn van die beide woorden, dus ‘op hoge toon en zonder nuance een ander belasteren of beledigen’. Of, onder verwijzing naar het woord moddergevecht in de tekst van de wakkere Telegraaf-lezer: ‘luidkeels moddergooien naar een politieke tegenstander’.
N.G.M. de Boer
Geachte Ton den Boom,
Het is maar een kleinigheid, het heeft verder niets met uw lezenswaardige bijdragen te maken, maar als u schrijft: ‘Nou, die krant leest de woordenboekredactie net zo goed’, blijft mijn oog onmiddellijk haken (en niet op de reviaanse afsluiter van die zin).
U bedoelt, neem ik aan, ‘Nou, de woordenboekredactie leest die krant net zo goed.’
U had ook kunnen schrijven: ‘Nou, die krant wordt door de woordenboekredactie net zo goed gelezen.’
Ik kom dergelijke constructies vaker tegen, maar het blijft verwarrend.
Vriendelijke groet,
Nico de Boer
Ton den Boon
Geachte Nico de Boer. Ik begrijp uw punt. Toch denk ik dat deze vorm van omkering van de zinsvolgorde correct is, zeker in deze context, waarin de krant net genoemd is en we bovendien weten dat de krant – tenzij opgevat in de zin van ‘de krant is een meneer’ – niet met het vermogen tot lezen is begiftigd.
Mvg, Ton den Boon
eno de strandzanger
Mooi woord, echt een opname waard.