instapmiljonair

geplaatst in: Merknamen | 2

Vroeger had ik het zwitserlevengevoel. Ook anderen hadden dat gevoel en op een goed moment was het woord zo courant, dat ik het moest definiëren voor de Dikke Van Dale. Een ‘on­be­kom­merd ge­voel, m.n. t.a.v. de postactieve le­vens­fa­se, ge­ba­seerd op het ver­trou­wen dat men een in fi­nan­ci­eel op­zicht on­be­zorg­de ou­de dag te­ge­moet gaat’, dat maakte ik ervan. Ik was er best trots op, op die definitie.

Maar het zwitserlevengevoel verdween. Niet omdat het gestorte kapitaaltje niet rendeerde, maar omdat de Nederlandse tak van Zwitserleven werd overgenomen door SNS Bank.

Sindsdien zocht ik naar een fijne nieuwe financiële term die ik met m’n ‘oude dag’ kon associëren. Dit jaar wist ik het: ik zou instapmiljonair worden.

Instapmiljonair, het is op financieel gebied ongetwijfeld het vrolijkste woord dat 2016 heeft voortgebracht. En in marketingland misschien ook wel het eerlijkste: het appelleert namelijk op lichtvoetige wijze maar totaal onbeschaamd aan een van de diepste drijfveren van de mens: hebzucht.

Welke bright young boy of girl wil er nu immers geen miljonair zijn? Al is het maar een instapmiljonair.

Maar wat betekent het? En wat maakt het zo’n prettig woord?

Daar zullen ze bij de marketingafdeling van Van Lanschot ongetwijfeld een nifty antwoord op hebben, maar ik denk dat het komt door het ontregelende effect van het woord. Van Lanschot doorbreekt in de eerste plaats ons morfologische verwachtingspatroon, want instap-samenstellingen (instapwoning, instapmodel, instaprente, instapkrediet) zijn vrijwel altijd zaaknamen, terwijl instapmiljonair een persoonsnaam is.

Belangrijker is de doorbraak van ons semantische verwachtingspatroon: Ga je af op vergelijkbare samenstellingen met miljonair, dan moet instapmiljonair eigenlijk iemand zijn die al een miljoen bezit. Van Lanschot gebruikt het woord echter in een andere betekenis, namelijk als naam voor mensen die nog miljonair moeten worden. Of die het althans willen worden en het dus wellicht nooit zullen worden. Juist die immanente ironie (een instapmiljonair is géén miljonair) maakt het woord humoristisch.

Wilde ik, dit eenmaal vastgesteld hebbend, nog steeds een instapmiljonair worden? Ach, tussen droom en daad …, nietwaar? En bovendien hoef ik helemaal geen instapmiljonair te worden om het woord te kunnen definiëren. Als, áls het beklijft.

2 reacties

  1. Rina

    Als dan het woord ‘instapmiljonair’ niet beklijft dan zal zeker ‘Evi’ beklijven. Zij is namelijk recentelijk bekroond met de Gouden Stier 2016 deze staat voor de beste online asset manager van 2016. Ik zou zeggen maak eens kennis met Evi en vertrouw haar jouw assets toen. Wie weet dat jouw assets misschien wel beklijven richting je eerste miljoen 😉

    • Ton den Boon

      Mijn assets?
      Als ik zo’n woord lees, moet ik onwillekeurig denken aan een uitspraak die de schrijver Koos van Zomeren in een van zijn boeken heeft gedaan: ‘Als we nou om te beginnen eens alles verbieden waar geen behoorlijk Nederlands woord voor is, zou dat niet al een heleboel helpen?’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *