Het is oliebollentijd, maar dit jaar zal de de traditionele, oudvaderlandse oliebol ongetwijfeld concurrentie gaan ondervinden van de afribol. Die afribol is een oliebol ‘met een Afrikaanse twist’, schrijft de Volkskrant vandaag.
Het woord afribol debuteert vanmorgen weliswaar in de krant, maar het product is niet helemaal nieuw. De afribol werd al in 2013 bedacht door de Kameroens-Nederlandse Barbara Gwanmesia. Langzamerhand optimaliseerde ze het recept: ‘Dat bestaat uit onder meer kokos, cayennepeper en rumrozijnen.’ Ze bracht de afribol vervolgens een paar jaar lang op braderieën aan de man. De populariteit ervan groeide, waardoor haar zoon besloot een paar supermarktketens te benaderen. Het resultaat? Dit jaar is de afribol te koop bij de AH to go.
De afribol is niet alleen een oliebol met een Afrikaanse twist, maar ook met een feelgoodcomponent, want een deel van de opbrengst is bestemd voor het goede doel. ‘Van de opbrengst gaat 12 cent per bol naar zwangere vrouwen in Kameroen. Zij hebben vaak te weinig geld om de ziekenhuiskosten voor een bevalling te betalen.’
Het woord afribol is volgens een beproefd recept samengesteld van het voorvoegsel afri-, dat net als het bekendere voorvoegsel afro- verkort is uit Afrika, en het laatste deel van oliebol.
Omdat het voorvoegsel afro- bekender is dan afri- was het woord afrobol in beginsel misschien ook een optie geweest ter aanduiding van de ‘Afrikaanse oliebol’. Tegen afrobol pleit echter dat dat woord al ‘bezet’ is (als synoniem van afrokapsel). Ook is afri- misschien wel geschikter dan afro-, omdat afri- niet verwijst naar de Afrikaanse herkomst van de bol, maar naar de Afrikaanse inspiratie waarmee de afribol ontwikkeld is.
Pipo
Als de donkere mensen na Zwarte piet de Afrobollen niet protesteren om discriminatie.Zwarte piet mag niet Negerzoen mag niet en een Afrobol zeker wel? Ben benieuwd
jasper
@Pipo
afribollen*
🙂