Voor zijn naamsbekendheid is het soms een zegen als een dier op het punt staat uit te sterven. Nog één keer schittert de naam van zo’n bedreigde diersoort alom in de media. Vandaag is dat het geval met de vaquita. De Telegraaf schrijft dat er nog maar dertig exemplaren van deze ‘panda van de zee’ rondzwemmen in de Golf van Californië. Het dier wordt met uitsterven bedreigd door de illegale vangst van een andere vis, de Totoaba macdonaldi, waarvan de zwemblaas veel geld opbrengt in China. Wetenschappers overwegen nu de Mexicaanse overheid te vragen een reservaat aan te leggen voor de vaquita.
Vaquita is een Spaans woord. Het is de verkleinvorm van vaca (koe) en betekent letterlijk koetje en wordt dus als koosnaam gebruikt. In werkelijkheid is de vaquita een bruinvis. De Spaanstalige Mexicanen hebben het dan ook niet over een vaquita, maar over een vaquita marina, een zeekoetje. In het Nederlands stond de vaquita tot voor kort vooral bekend als de Californische bruinvis (Phocoena sinus). Hij komt namelijk alleen voor in ondiep water in het noordelijke deel van de golf van Californië.
Zoals elke bruinvis behoort de vaquita tot de familie van de kleine walvisachtigen en van deze familie is de vaquita met zijn maximale lengte van anderhalve meter zelfs de kleinste soort. De vaquita is vrij schuw, maar heeft door de kenmerkende ringen om zijn ogen een groot schattigheidsgehalte. Dat verklaart niet alleen de Spaanse naam vaquita, maar ook de koosnaam die de lokale bevolking voor deze bruinvis heeft: cochito oftewel varkentje (cochito is de verkleinvorm van Spaans coche, varken).
Bijvangst
De Telegraaf typeert de vaquita als de panda van de zee, waarschijnlijk vanwege het schattigheidsgehalte van deze bruinvis, maar vooral ook vanwege het uitsterfrisico dat de vaquita gemeen heeft met de echte panda. Het is niet de eerste keer dat een zeedier getypeerd wordt als panda van de zee. Op 14 april 2014 werd de paling in het Algemeen Dagblad ‘de panda van de zee’ genoemd, en op 18 april heette de blauwvintonijn in de Volkskrant ‘de panda van de zee’.
Kijken we wat verder, dan blijkt de panda van de/het … een echte uitdrukking te zijn. In 2015 noemde de Volkskrant de grutto ‘de panda van de lage landen’. Op een Belgisch blog wordt de das ‘de ‘panda van de Voerstreek’ genoemd en in de Nieuwe Wildernis heet de nachtzwaluw ‘de panda van het zand’, omdat hij een ‘veelvuldig opgevoerde topsymboolsoort’ van de Nederlandse stuifzanden is. De palingvisser wordt op een blog ‘de panda van de visserij’ genoemd en bluesmuzikant David “Honeyboy” Edwards werd ooit getypeerd als ‘de panda van de blues’. In de nog altijd fraaie roman De doodbieren noemt Paul Verhuyck ‘het verdwijnend species, de kroegtijger, de bedreigde panda van de grootstad’. Kortom, de typering de panda van de/het … blijkt een (nog niet zo heel courante) uitdrukking te zijn, die we tóch maar moeten gaan onthouden.
Geef een reactie