In 2014 was straatintimidatie een van de genomineerde woorden bij de Woord van het Jaar-verkiezing van Van Dale. Het legde het uiteindelijk af tegen dagobertducktaks. Deze week was straatintimidatie opnieuw in het nieuws, vooral als eerste deel van de drieledige samenstelling straatintimidatieverbod, kortweg intimidatieverbod geheten. Zo’n verbod zou namelijk wettelijk geregeld moeten worden, vindt parlementariër Ahmed Marcouch. Hoewel moeilijk te handhaven zou zo’n siswet, zoals Trouw de wetgeving over straatintimidatie vandaag noemt, misschien toch wel effect kunnen hebben dankzij de preventieve werking op mannen die hoerroepen en naar kortgerokte (en andere) vrouwen sissen.
hoerroepen
Hoerroepen maakte gisteren zijn mediadebuut in de Volkskrant. In haar ‘Lexicon der onterecht vergeten’ woorden schreef Stella Bergsma dat het woord ‘hoer’ taboe is: ‘Hoerroepen is verboden tegenwoordig.’ Jammer, vindt Bergsma, want ‘hoer is wat mij betreft een sterk woord voor een dito professie.’ Dat het uit de gratie is, komt volgens de dichteres enVolkskrant-columniste doordat het ‘tegenwoordig vooral neerbuigend gebruikt’ wordt.
Laat dat ‘tegenwoordig’ maar weg, want ook ‘vroeger’ was hoer al een besmet woord. Sterker nog, het werkwoord hoerroepen is in feite een nieuwe zak voor oude wijn. Een eeuw of twee geleden was het werkwoord hoeren namelijk in gebruik voor wat we nu hoerroepen noemen: ‘iemand voor hoer uitmaken, uitschelden’ en bij uitbreiding ‘iemand uitmaken voor al wat lelijk is’. Die handeling heette in het Engels destijds to bewhore, in het Duits hurenzen. Dat laatste woord werd 1768 in gotische letters in het Nieuw Woordenboek der Nederlandsche en Hoogduitsche taal van Matthias Kramern aldus verklaard:
hurenzen, een hoer noemen, eene ritsige teef noemen.
Voor wie wilde weten hoe je het woord moest gebruiken, stond er zelfs een gebruiksvoorbeeld bij:
er fing an sie zu hurenzen, hij begon haar eene hoer, eene ritsige teef te noemen.
Niets nieuws onder de zon dus. Zelfs het neologisme hoerroepen is niet echt neo. Een jaar of vijf geleden hebben we dat al eens aangetroffen op GeenStijl, het weblog waar je je als fatsoenlijke journalist en columnist altijd van distantieert, maar waar je intussen wel geregeld op koekeloert omdat daar van die creatieve woordenbakkers actief zijn die in elk geval létterlijk spraakmakend zijn.
siswet
Siswet dan. Dat is wel een echt nieuw woord. Het is gevormd met sissen in een relatief nieuwe betekenis van dit werkwoord: door het maken van een fluitend geluid uiting geven aan zijn of haar afkeuring over iemands uiterlijk of gedrag. Siswet is een onparlementair, maar wel kort en daarom aantrekkelijk woord dat voor de grootstedelijke verstaander – op het platteland wordt er niet gesist, daar intimideert men op andere wijze – meteen begrepen zal worden. Een uiterst effectief woord dus, dat echter niet veel kans maakt de officiële naam te worden van eventuele wetgeving inzake straatintimidatie.
Geef een reactie