‘Rondslingerend papier, zoals niet-afgehaalde printjes bij de printer, vormen volgens IT- en informatiemanagers het grootste risico met betrekking tot informatielekken’, schrijft De Telegraaf vandaag. Aanleiding is de verschijning van een rapport, getiteld Zwerfinformatie, over gevoelige bedrijfsinformatie die werknemers laten rondslingeren, waardoor deze informatie in handen komt van mensen voor wie deze niet is bestemd.
Zwerfinformatie debuteert vandaag niet alleen in De Telegraaf, maar ook in het zakelijke tijdschrift Emerce: ‘Zwerfinformatie ontstaat als informatie fysiek of digitaal gaat rondslingeren als gevolg van de ondoordachte manier waarop mensen in hun werk met informatie omgaan.’ Het rapport en de website www.zwerfinformatie.nl blijkt geen initiatief van een overheidsinstantie te zijn, er zit een bedrijf achter.
Nochtans is zwerfinformatie een woord waar we vast wel vaker van gaan horen, want het fenomeen waar dit woord naar verwijst is bekend en er was nog geen ingeburgerd woord voor. In het jargon van data-experts moet dit woord al minstens een paar maanden bekend zijn: zo schreef iemand op 1 september 2016 op Twitter over gelekte persoonsgegevens van de gemeente Utrecht met de hashtag #zwerfinformatie.
Het woord is gevormd met het werkwoord zwerven, dat we natuurlijk kennen van zwerfafval en zwerfvuil, maar ook van zwerffiets (weesfiets), zwerfmunitie (die ergens onbeheerd is achtergelaten) en zwerfpost (poststukken die hun bestemming niet bereiken). Recentelijk is ook zwerflawaai ontstaan: geluid waarvan je de herkomst niet kunt achterhalen. En onlangs troffen we in een roman van Dimitri Verhulst het woord zwerfgedachten aan: gedachten die alle kanten opgaan (tijdens de preek van de pastoor). Kortom, zwerven is een populair werkwoord geworden als eerste lid in samenstellingen. Het woord zwerfinformatie is daarvan een bewijs.
Geef een reactie