Er zijn niet eerder in één week zoveel nieuwe pandasamenstellingen in de krant geïntroduceerd als deze week: van panda-ijs tot pandagrillworst en van pandabroodje tot pandaparafernia, om nog maar te zwijgen van afleidingen van het type pandamania en woordspelingen als pandamonium en babi panda: een soort babi panga, maar dan anders. Deze woorden zullen de komende jaren ongetwijfeld in de omgeving van Rhenen ingeburgerd raken, waar de panda’s Wu Wen en Xing Ya vandaag zijn aangekomen als trekpleisters van dierenpark Ouwehand.
Het interessantste pandawoord is echter geen samenstelling met panda. Het debuteerde afgelopen dinsdag in de Volkskrant en het luidt bamboeburger. Panda’s eten 40 kilo bamboe per dag en dat zal een slager wel op het idee van de bamboeburger hebben gebracht. Geen slecht idee, want weliswaar was het woord bamboeburger in het Nederlands vóór deze week nog niet of nauwelijks bekend, maar in het Engels is bamboo burger een tamelijk courante term (en een vrij goed ingeburgerde snack). Het is een veggie burger en ook de Nederlandse pendant zal dus wel vegetarisch zijn.
Het woord bamboeburger maakt duidelijk dat burger nog altijd een aantrekkelijke woordsplinter (geïsoleerd uit hamburger) is om nieuwe samenstellingen mee te maken. Als die samenstellingen dan ook nog eens zo prettig allitereren als bamboeburger is er een gerede kans dat we er vaker wat over zullen horen of lezen.
Geef een reactie