nanosonde

geplaatst in: Woord van de dag | 0

Op de dag waarop alle kranten een overlijdensbericht of kort in memoriam over de legendarische sterrenkundige Chriet Titulaer plaatsen, bericht De Volkskrant ook over plannen voor een nieuw ruimtevaartproject. Geen ruimtereis met een log en traag ruimteschip, maar een verkenningstoernee met een hele vloot nanosondes: kleine, met een lichtzeil uitgevoerde ruimtevaartuigjes ter grootte van een smartphone die bestaan uit een grote computerchip met geminiaturiseerde camera’s, sensoren, antennes en zelfs stuurraketjes en een radioactieve stroombron.

Een ruimteschip dat in een baan om de aarde draait, zet de nanosondes overboord, waarna ze een lichtzeil van extreem dunne, sterk reflecterende folie uitvouwen. Een laserstraal vanaf de aarde geeft de nanosondes een zetje, waarna ze met een kruissnelheid van ongeveer een vijfde van de lichtsnelheid naar het naburige sterrenstelsel Alpha Centauri koersen. Daar komen ze na ongeveer twintig jaar aan om data te verzamelen die ze met ongeveer de snelheid van het licht terugseinen naar de aarde, waar die vier jaar later kunnen worden opgevangen. Over een kwarteeuw weten we (nou ja, onze kinderen en kleinkinderen) dan wat meer over Alpha Centauri.

Het interessante aan het woord nanosonde is dat je daarbij meteen denkt aan een sonde met een grootte die in nano(milli)meters wordt uitgedrukt. Afgaande op de grootte van de nanosondes figureert nano echter niet in een letterlijke, maar in een figuurlijke betekenis in deze samenstelling. Het is simpelweg een heel kleine sonde (die weliswaar ook gebruikmaakt van nanotechnologie).

Nanosonde debuteert vandaag in de media, maar het fenomeen was een jaar geleden ook al onderwerp van een wetenschapsartikel in de krant (toen de NRC), waarin het miniruimtescheepje nog met de Engelse naam nanocraft werd aangeduid. Nanosonde is daar niet een vertaling van, maar een alternatief voor.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *