De Gelderlander schrijft vandaag dat diverse Nijmeegse raadsfracties vrezen voor een yuppenschil rond het centrum. Wat wil het geval? ‘De partijen zijn verontwaardigd dat de nieuwe kleine flats (…) 1.000 meter van het centrum, voor minimaal 710 euro per maand worden verhuurd.’ In Amsterdam vinden we (nou ja: ze) zo’n huurprijs een lachertje, maar in Nijmegen kunnen kennelijk alleen yuppen 710 euro per maand betalen om centraal te mogen wonen. Maar goed, er zal wel wat anders achter zitten: een wethouder of een projectontwikkelaar die goedkope huurwoningen had beloofd, maar zijn belofte dus niet nakomt.
Interessant aan het bericht is natuurlijk vooral het woord yuppenschil. Schil wordt de laatste jaren vaak figuurlijk gebruikt ter aanduiding van iets wat zich rond een centrum bevindt: een ring of kring van voorwerpen die iets anders omgeven. Denk maar aan de flexibele schil in de economie: de zelfstandigen en werknemers zonder vast contract die aan een organisatie verbonden zijn om wisselingen in orders enz. op te vangen.
In het overheidsjargon wordt schil al wat langer in een ruimere opvatting gebruikt: op gemeentehuizen en in raadzalen is bijvoorbeeld sprake van een bedrijvenschil rond een woonwijk, waarmee bedoeld wordt dat een woonwijk ingekapseld is door bedrijventerreinen. Ook appartementenschil hebben we al eens aangetroffen: een rondje appartementen rond een wijk met vooral laagbouw.
Op vergelijkbare wijze moeten we ook yuppenschil opvatten: een door yuppen bewoonde rand rond een andere wijk. Yuppenring en yuppengordel zouden voor de hand liggende alternatieven zijn geweest. Sterker nog, in Amsterdam is de grachtengordel al weleens een yuppengordel genoemd.
De yuppenschil zal in het Nijmeegse nog wel even als graat in de keel voortleven, maar het fenomeen is waarschijnlijk te lokaal om het woord yuppenschil op te stoten tot een algemeen gangbaar woord in onze taal.
Geef een reactie