grotbrand

Vorige week oogde grotbrand nog als een gelegenheidssamenstelling, maar omdat de brand in de mergelgrotten in de Limburgse Muizenberg voortduurt, raken we er al een beetje aan gewend. Grotbrand betekent in feite niet meer dan brand in een grot of in een grottenstelsel. Dat is tot daaraan toe, maar er kleven nog een aantal aspecten aan: bij een grotbrand komt rook via allerlei verschillende ‘rookkanalen’ aan het oppervlak; een grotbrand heeft vanwege de stankoverlast grote consequenties voor de leefbaarheid in de omgeving., een grotbrand is niet of nauwelijks met conventionele middelen te bestrijden, een grotbrand moet dus (gecontroleerd) uitwoeden.

Al die aspecten maken grotbrand echter niet tot een interessant woord voor het woordenboek. Pas als grotbrand ook figuurlijk gebruikt zou gaan worden voor een oncontroleerbare brand die men moet laten uitwoeden, wordt dit woord ook in zijn letterlijke betekenis interessant voor woordenboekmakers. Zolang dat niet het geval is, past grotbrand echter prima in een rijtje ‘doorzichtige’ samenstellingen met brand (zoals flatbrand, garagebrand, terminalbrand), waarbij het eerste woorddeel (dus grot) de plaats van handeling noemt.