NRC Next publiceert vandaag een artikel over catastrofebeleggers. Achter dat woord, dat vandaag zijn debuut maakt in de media, gaat een hele wereld van rampenobligaties schuil, catastrophe bonds – ook wel liefkozend catbonds genoemd – die worden uitgegeven door een verzekeraar om onbeheersbaar grote risico’s af te dekken, bv. het risico op schade ten gevolge van terrorisme of extreem natuurgeweld.
Het moge duidelijk zijn dat niet alleen de inwoners van het Caraïbisch gebied en het gebied rond de Golf van Mexico de afgelopen weken met angst en beven naar de orkanen Harvey en Irma hebben gekeken, maar dat ook catastrofebeleggers dat hebben gedaan.
Catastrofebelegger mag in het Nederlands naar een tot nu toe nog niet onder woorden gebracht menstype verwijzen, in het Engels is dit type beleggers al langer bekend. Als catastrophe investors, een term waarvan ons woord catastrofebelegger vermoedelijk de vertaling is.
Let op! Cat investors bestaan óók, maar daar wordt weer iets anders mee bedoeld. Nee, geen mensen die in raskatten investeren, maar lieden die aandelen en obligaties van het industriële bedrijf Caterpillar hebben.
Wat is het eigenlijk dat de catastrofebelegger drijft? Is zo’n investeerder iemand die graag grote risico’s neemt? Ongetwijfeld, maar het is vooral iemand die houdt van hoge rente. Want dat is wat rampenobligaties aantrekkelijk maakt: voor het risico dat je loopt krijg je een hoge rentevergoeding.
Alleen moet het dan dus niet gaan stormen. Of gaan aardbeven*. En ook Kim Jong-un moet zich een beetje koest houden.
Geef een reactie