Afgelopen zondag had Arjan Lubach het in zijn show Zondag met Lubach over xenosboeddhisten: westerlingen – of meer specifiek: Nederlanders – die hun kennis en parafernalia over het boeddhisme betrekken bij de winkelketen Xenos. Daar kun je immer allerlei oosterse producten kopen, variërend van wierook tot boeddhabeelden.
In de krant hebben we de woorden xenosboeddhisme en xenosboeddhist weliswaar nog nooit aangetroffen, maar op Twitter blijken beide woorden al sinds 2013 in gebruik te zijn.
Als xenosboeddhisme een begrip wordt voor oppervlakkig boeddhisme, waarbij de beleving van oosterse spiritualiteit gekoppeld wordt aan het bezit en gebruik van oosters ogende prullaria hebben we een nieuw generoniem in onze taal: een woord dat gevormd is met een merknaam, in dit geval Xenos.
Na de uitzending van Zondag met Lubach van afgelopen zondag nam het aantal meldingen van xenosboeddhist (ten onrechte veelal gespeld met een hoofdletter en een koppelteken tussen xenos en boeddhist) sterk toe. Blijkbaar is het een herkenbaar woord, dat daarom kansen voor de toekomst biedt.
Betty
Alleen wel “jammer” dat de Xenos binnenkort niet meer onder die naam bestaat…
R. de Reus
Ander woord…! Xenos wordt verkocht aan Casa, zo werd vandaag (13-3-2018) bekend gemaakt door de NOS.
“De meerderheid van de Xenos-winkels in Nederland krijgt een andere naam en een ander assortiment. De winkelformule Casa neemt 110 Xenos-vestigingen over. Voor het einde van het jaar gaan de eerste Casa-winkels open.”
surdar
maken we er casaboeddhisme van 😉
Johan
Het woord werd al gebezigd door Koefnoen, vermoedelijk ergens in 2012
Dit kwam voor toen ze een persiflage op “Loop naar het Licht” van LA The Voices uitbrachten onder de titel “Gebakken lucht”
In hetzelfde lied hebben ze het ook over ‘Geurkaars-attitude’
Wat een heerlijke taal hebben wij toch.