‘Welke rollende keuken zet als eerste gestoofd grachtkonijn met uitjes en zuur op het menu?’ schrijft Het Parool vandaag. Het woord grachtkonijn blijkt te verwijzen naar de bruine rat, een dier waarvan de populatie in de Amsterdamse grachten welig tiert.
De rat staat weliswaar sinds mensenheugenis symbool voor verloedering en verval, ‘maar in het Amsterdam van nu lijkt het dier juist een symptoom van welvaart en voorspoed’. Dat komt doordat overal in de stad heerlijk geurend eten te vinden is, ‘niet alleen in de schappen van de wafelwinkels, maar ook in de honderden ondergrondse containers die voor de rat fungeren als afhaalrestaurant zonder sluitingstijd’. Bovendien pikt de rat ook een graantje mee van het voer dat vogelvrouwtjes dagelijks aan eenden en meeuwen uitdelen.
Om de rattenpopulatie terug te dringen wil de gemeente Amsterdam een voederverbod, maar de schrijver van het artikel over de grachtenrat komt met een culinair alternatief: als de rat onze welvaartsresten opeet, waarom zouden wij de rat dan niet gaan opeten. ‘Waarom vallen we de rat niet eigentijds aan met mes en vork?’ Vooral omdat de oosterlingen die Amsterdam in toenemende mate bezoeken in hun thuisland vaak wel rat op het menu hebben staan.
Uiteraard moet je een rat die je op een bord serveert geen rat noemen. Dat weten de Belgen ook al lang. Die noemen de muskusrat – een ware lekkernij – ook al sinds jaar en dag waterkonijn. Naar analogie daarvan zal grachtenkonijn, dat vandaag zijn debuut in de media maakt, wel gevormd zijn als culinair eufemisme voor de bruine rat.
Patrick Van Der Heyden
De specialiteit, die al tientallen jaren in Vlaanderen bekend staat “waterkonijn”, krijgt nu een algemenere erkenning. Daarbij wordt er nu echter verwezen van de plaats waar dergelijk beestjes vandaan komen: namelijk de gracht. Vandaar de benaming “grachtkonijn”
S.M.Daamen
Geachte redactie,
Onteggenzeggelijk is waterkonijn een passende terminologie, in overeenstemming
met het drijfsijsje, om voor publicatie in aanmerking te komen. Zowel als de overige
allen uit het leven gegrepen.
Hoewel de meeste ratten zich veelal via ongebruikte rioolbuizen verplaatsen om hun
gezinnen te voederen, heeft de waterkant in o.a. Amsterdam veel kennis en zicht op
de knaagdiertjes. Ware het niet slechts op de vrees aangevreten te worden, is het
ook een veelvoorkomend proefdier in de pharmaceutische industrie.
De striptekenaar, welke Chlorophyl in het leven publiceerde destijds geeft ook blijk
dat het waterkonijn ook een snel en slim deel uitmaakt van de fauna, niet meer weg te denken. Het Gemeentebestuur heeft danwel het overgrote deel van het straatmeubilair vervangen door ondergrondse containers, het heeft integendeel geen zoden aan de dijk gezet. Wellicht zal helpen als woningen, naast ontbreken van
aardgas ook voedselvermalers in gootsteun een afvalzakje reukloos inbouwen, wat
ook met o.a. honde- en paarden van de bereden politie van verwerkingsmiddelen is
te verwijzen naar een CJIP acceptgiro. Al met al een waterkonijn kan je niet in diens
burcht achterlaten, dat leidt alleen maar tot vermenigvuldiging van inteelt.
Argumenterend schijnt het me een probleem waar in Australie recidief over gesproken word, van Waterschapsheuvel tot persona´s non grata, een euvel waarmee we ons moeten vereenzelvigen, zoals het draaien van de watermolens in
ons polderlandje.
Dank dat u me de gelegenheid geeft m´n visie te schrijven, aangezien ik aan de
gracht ben geboren en getogen en eten en drinken toch een noodzaak blijft, alleszins.
Vriendelijke groet.