Afgelopen zondag publiceerde journaliste Daniela Hooghiemstra op de website van De Volkskrant een opiniestuk over een arts die een bundel columns over zijn terminale patiënten heeft uitgegeven: ‘Wat suisde je mooi uit het leven’, schrijft hij met een warm invoelend hart in een van die columns, die overduidelijk met veel empathie geschreven zijn. Toch is Hooghiemstra er niet van gecharmeerd. Onder het tussenkopje ‘In stervensporno vereeuwigd’ schrijft ze op de website van De Volkskrant:
Het is goed als artsen in hun patiënten geïnteresseerd zijn. Maar de columns van De Hosson roepen de vraag op hoever die belangstelling moet gaan, en of de mensen die aan de zorg van artsen zijn toevertrouwd, er wel bij gebaat zijn om door hen in personages veranderd te worden. Tegen de tijd dat ik het leven uit ga ‘suizen’ word ik althans waarschijnlijk toch nog liever ouderwets vernederd, dan dat ik begripvol word omarmd en dan in sterfporno vereeuwigd.
Afgelopen maandag verscheen hetzelfde stuk in de papieren Volkskrant, maar opvallend genoeg is daarin het woord stervensporno niet meer te vinden. Wat rest, is de aangehaalde zin met sterfporno. Kon stervensporno soms niet door de morfologische beugel van de eindredactie van De Volkskrant?
Sterfporno is een nieuw woord, maar stervensporno stond in 1993 al eens in de krant. Toen vertaalde NRC Handelsblad iemands uitspraken over tv-berichten over stervende kinderen in oorlogsgebieden als stervensporno (NRC, 9-10-1993). Echt courant is het woord sindsdien echter niet geworden. Synoniemen als overlijdensporno (zo typeerde iemand de roman Tonio van A.F.Th. van der Heijden in 2015) en doodsporno (een typering van de Mad Max-films, maar ook van snuffmovies à la Faces of Death) zijn niet veel gangbaarder. Naast deze samenstellingen met porno komt alleen de ‘volledige’ vorm doodspornografie een enkele keer voor. Zo noemde een regisseur de esthetisering van de dood in Nederlandse films ‘melodrama, doodspornografie’ (NRC, 7-12-2012).
Sterf- en stervensporno zijn beide welgevormde woorden. De eerste variant is gevormd naar analogie van woorden als sterfscène, de tweede naar analogie van woorden als stervensgevaar en stervenssponde. Het element porno in deze samenstellingen moet uiteraard niet letterlijk worden opgevat, maar heeft de figuurlijke betekenis ‘iets wat op schaamteloze en/of stuitende wijze wordt verricht of onder de aandacht gebracht’. Sterf– en stervensporno hebben dan ook geen van beide een gunstige betekenis.
Definitie
stervensporno (v, g.mv.) gedetailleerde beschrijving of verbeelding van de fysieke aspecten van het sterfproces, veelal met de bijgedachte dat dit gebeurt uit effectbejag, variant: sterfporno; synoniem: doodsporno, overlijdensporno
Geef een reactie