Etymologie: ‘klaploper’
Klaploper betekent tegenwoordig ‘uitvreter, maar het woord heeft een lange betekenisontwikkeling achter de rug. In de middeleeuwen heersten er allerlei ziekten die mensen blijvend arbeidsongeschikt maakten. Een beruchte ziekte was lepra oftewel melaatsheid. Wie melaats was, mocht geen contact onderhouden … Vervolgd