klimaatbewust
Grammatica: bijvoeglijk naamwoord; klimaatbewuster, meest klimaatbewust Eerste vindplaats: het woord is in 1995 voor het eerst in een Nederlandstalige krant aangetroffen. Omschrijving: zich bewust van de dreiging voor mens, natuur en milieu die uitgaat van klimaatverandering Voorbeelden: klimaatbewuste jongeren Engels: climate-aware, climate-conscious